Analyse gerealiseerd resultaat 2016 op hoofdlijnen

In onderstaand overzicht treft u een analyse op hoofdlijnen aan van de belangrijkste financiële verschillen tussen de begroting 2016 na wijziging en de jaarrekening 2016. Het is in dit hoofdstuk nadrukkelijk niet de bedoeling een limitatieve opsomming te geven die per programma aansluit op onderstaand overzicht. In hoofdstuk 3 treft u per programma bij de 4e W-vraag ‘Wat heeft het gekost?’ een nadere gedetailleerde specificatie aan, waar we per programma de realisatie vergelijken met het geraamde resultaat.

bedragen x € 1.000

Analyse gerealiseerd resultaat

Actuele Begroting

Rekening 2016

Verschil

1. Sociale Domein

- 19.455

- 18.883

571 V

2. Welzijn & educatie

- 6.847

- 6.735

112 V

3. Ruimtelijke & economische ontwikk.

- 2.266

- 2.292

- 26 N

5. Openbare orde en veiligheid

- 1.512

- 1.496

17 V

6. Bestuur & Dienstverlening

32.176

32.067

- 109 N

Resultaat

2.096

2.662

566 V

Programma 1, voordeel € 571.000

Bij Levensonderhoud is er een voordeel van € 414.000. De werkelijke aantallen uitkeringsgerechtigden komen nagenoeg overeen met de geraamde aantallen. Het voordeel wordt veroorzaakt door een lagere gemiddelde last per uitkeringsgerechtigde. Het voordeel heeft een structureel karakter en zullen we meenemen in de eerste management rapportage 2017.

Er is een nadeel bij Bijzondere bijstand van € 57.000. Dit heeft te maken met het aantal bewindvoeringen dat door de rechtbank wordt opgelegd.

Voordeel bij Participatie € 157.000. De oorzaak is hier vooral de ontvangen rijksmiddelen voor asielinstroom. We hebben de lasten binnen de reguliere budgetten kunnen opvangen.

Programma 2, voordeel € 112.000

Bij Welzijns- en sportaccommodaties is er een netto voordeel van € 117.000. Bij de 3B’s (sportaccommodaties) vervalt de dotatie aan de voorziening € 144.000. De omvang van de voorziening is voldoende voor de lasten van de geactualiseerde MOP 2017-2026. Dit is een structureel voordeel en die verwerken we bij de begrotingswijziging van de actualisatie van de reserves en voorzieningen 2016 en de 1e marap 2017. Daarnaast is er nog een voordeel van € 62.000 doordat in de raming ten onrechte rekening is gehouden met lasten groot onderhoud, terwijl deze lasten niet primitief worden geraamd maar via de voorziening lopen. Bij de Steegdenhal is er een nadeel van € 89.000 in verband met een extra dotatie aan de voorziening voor de renovatie van de liftinstallatie in 2017.

Programma 3, nadeel € 26.000

Een voordeel van € 84.000 bij Milieubeleid doordat projecten voor milieubeleid in 2017 doorlopen. Het voorstel is om € 60.000 mee te nemen als resultaatbestemming voor milieubeleid.

Bij Ontwikkelplannen incl. grondexploitatie is er een nadeel € 219.000, dit is de jaarlijkse actualisatie van de reserve. De omvang van de reserve grondexploitatie is gebaseerd op de risico’s met betrekking tot toekomstige verkopen voor de komende vijf jaar. De uitkomst is dat de reserve € 219.000 hoger moet zijn (nadeel).

Lagere kapitaallasten € 96.000 bij Gronden en gebouwen. De afschrijving van de verkochte scholen staat hier geraamd, maar is verantwoord bij Huisvesting Onderwijs

Programma 5, voordeel € 17.000

In programma 5 zijn geen afwijkingen > € 25.000 te vermelden.

Programma 6, nadeel € 109.000

Hogere dotatie € 289.000 aan de voorzieningen lopende pensioenverplichtingen bestuurders en pensioenverplichting voormalige wethouders. De rekenrente is gedaald (2016 0,864%), hierdoor is een hogere dotatie noodzakelijk, nadeel bij College B&W.

Per saldo een voordeel van € 104.000 bij de omgevingsvergunningen. In 2016 is een totaalbedrag van ca. € 420.000 ontvangen voor leges omgevingsvergunningen. Hierdoor is ca. € 90.000 meer ontvangen dan dat er na bijstelling van de begroting werd verwacht. In vergelijking met de begroting zijn er niet zozeer meer vergunningen verleend. De verleende vergunningen waren echter groter van aard en omvang.

Bij Bedrijfsvoering een voordeel van € 75.000, dit heeft te maken met de invoering van het Individueel Keuze Budget (IKB) en de uitvoering van de afspraken uit het Sociaal Akkoord over de Banenafspraken (BAB) voor mensen met een arbeidsbeperking. De op te nemen schuld voor het opgebouwde vakantiegeld (IKB) is € 31.000 lager en we hebben één fte gerealiseerd voor de BAB. De tweede fte verwachten we in 2017 in te vullen, voordeel € 36.000.

Hogere ontvangen algemene uitkering eerdere dienstjaren € 112.000. Het gevolg van de decembercirculaire 2016 is € 125.000 positief. Een voordeel van € 70.000 als gevolg van gebruik van andere aantallen dan het ministerie voor een drietal maatstaven. Bijvoorbeeld het ministerie rekent bij de maatstaf bijstandsontvangers nog met het aantal WWB van het jaar 2015. Bij de decembercirculaire 2016 is aangekondigd dat er een onderuitputting van het accres over 2016 wordt verwacht. Een ruwe berekening levert voor Ooststellingwerf een nadeel op van € 215.000, dit is meegenomen bij deze jaarrekening.

De dotatie aan de voorziening oninbare debiteuren bedraagt € 209.000 (nadeel), de berekening is conform de financiële verordening. Van de voorziening oninbare debiteuren SoZaWe is € 40.000 (voordeel) vrijgevallen na actualisatie van de voorziening.