Paragraaf 1

Lokale heffingen

De gemeente stuurt rekeningen voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en reinigingsheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

Lokale heffingen en leges

bedragen x € 1.000

Lokale heffingen en leges

Rekening
2015

Primitieve
Begroting

Actuele
Begroting

Rekening
2016

Verschil

Lokale heffingen

9.302

10.114

8.923

8.943

20 V

Leges

504

819

787

902

115 V

Totaal

9.804

10.933

9.710

9.844

134 V

In onderstaande tabellen zijn de lokale heffingen en leges nader gespecificeerd.

bedragen x € 1.000

Lokale heffingen

Rekening
2015

Primitieve
Begroting

Actuele
Begroting

Rekening
2016

Verschil

3.1 Thema Economische ontwikk.

Toeristenbelasting

196

253

253

260

7 V

Reclamebelasting

44

43

43

43

1 V

3.3 Thema Milieu

Rioolheffing (gecombineerd)

2.889

2.892

2.892

2.898

6 V

Baatbelasting

125

73

73

74

1 V

Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing

1.989

2.246

1.999

2.009

10 V

6.3 Thema Financiën

Onroerende zaakbelasting eigenaren

2.560

2.568

2.580

2.581

1 V

Precariobelasting

1.204

1.727

755

754

- 1 N

Onroerende zaakbelasting gebruikers

219

236

252

248

- 4 N

Forensenbelasting

77

77

77

77

- 0 N

Totaal

9.302

10.114

8.923

8.943

20 V

bedragen x € 1.000

Leges

Rekening
2015

Primitieve
Begroting

Actuele
Begroting

Rekening
2016

Verschil

3.2 Thema Openbare ruimte

Verharding

7

-

-

6

6 V

3.4 Thema Bouwen en wonen

Bestemmingsplannen

18

49

25

11

- 14 N

6.2 Thema Dienstverlening

Drank en horeca

3

1

1

5

4 V

Omgevingsvergunningen, baten

247

360

330

420

90 V

Rijbewijzen / reisdocumenten baten

205

388

410

445

35 V

Burgerlijke stand / huwelijk

15

13

13

10

- 3 N

Secretarieleges/dienstverlening baten

6

6

6

4

- 1 N

6.3 Thema Financiën

IP Bedrijfsvoering algemeen

1

-

-

1

1 V

IP Huisvesting en werkplek

1

3

3

0

- 2 N

Totaal

502

819

787

902

115 V

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Precariobelasting

De verordening is door u vastgesteld op 19 april 2011 en ingevoerd per 1 mei 2011. Hierdoor is het mogelijk om precariobelasting te heffen op kabels en leidingen van nutsbedrijven. Minister Plasterk (ministerie BZK) heeft in juni 2016 een wetsvoorstel ingediend waarbij de kabels en leidingen van nutsbedrijven worden vrijgesteld van precariobelasting. In dit wetsvoorstel is een overgangstermijn opgenomen van 10 jaar. Op 5 december 2016 heeft de minister een nota van wijziging aangeboden aan de Tweede Kamer. Met een nota van wijziging wordt het overgangsrecht aangepast, zodat alle gemeenten, waarin op 10 februari 2016 een belastingverordening gold voor precariobelasting op nutsnetwerken, onder de overgangsregeling vallen.

De Tweede Kamer heeft op 21 februari 2017 tijdens de stemmingen het amendement Veldman en Fokke aangenomen. Hierdoor wordt de duur van de overgangstermijn voor gemeenten voor de afschaffing van de precariobelasting voor nutsnetwerken beperkt. Gemeenten mogen tot uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken heffen. Het tempo waarin gemeenten de precariobelasting op nul brengen, kiezen ze zelf. Het tarief mag gedurende de overgangsperiode hoogstens het tarief zijn dat op 10 februari 2016 in de verordening stond. Zoals afgesproken komen we bij de Kaderbrief 2018-2021 met een voorstel hoe de stopzetting van de structurele inkomsten kan worden opvangen.

Liander had een bezwaarschrift ingediend tegen de aanslag 2014. Het bezwaar richtte zich op de hoogte van het tarief en het aantal kilometrages. Bij uitspraak op bezwaar van 3 maart 2016 is het aantal kilometrages verlaagd. Tegen deze uitspraak is geen beroep ingesteld, waardoor de aanslag van 2014 in rechte is komen vast te staan en de opbrengst vaststaat. Tegen de aanslagen van 2015 en 2016 zijn geen bezwaren ingediend.

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)

Voor het belastingjaar 2016 worden, zoals elk jaar, nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor de heffing van de onroerendezaakbelasting, gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2015. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals hypotheekverstrekking, successierechten en door notarissen gebruikt. Per 1 oktober 2016 zijn alle WOZ waarden voor woningen openbaar en is dit via de site www.ooststellingwerf.nl te raadplegen voor iedere inwoner in Nederland.

Basisregistraties

Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (de BAG). Deze verplichting geldt dus ook voor de uitvoering van de Wet WOZ. In de gemeentelijke WOZ processen spelen de in de BAG opgenomen gegevens over adressen, oppervlakten en bouwjaren een belangrijke rol. De koppeling tussen de WOZ en de BAG zijn we momenteel aan het realiseren. In het tweede kwartaal van 2016 is de basisregistratie Kadaster (BRK) en de aansluiting op het Handelsregister (NHR) gerealiseerd.

Per 1 juli 2016 is het beheer van de basisregistratie grootschalige topografie (BGT) in werking getreden. De opbouw van de kaart, in OWO verband, was op 1 juli 2016 gerealiseerd. De opbouw van alleen Ooststellingwerf was al op 1 april 2016 klaar.

Belastingsoorten

Woningwaarderingstelsel

De Tweede Kamer heeft de motie van het lid Monasch over aanpassing van het woningwaarderingstelsel per 1 oktober 2015 aangenomen. Per 1 januari 2006 was namelijk de gebruikersbeschikking WOZ voor de huurder verdwenen. Met deze aanpassing wordt dit gerepareerd en krijgen de huurders weer belang bij de verkrijging van de WOZ-waarde. Er zijn voor 2016 geen bezwaren binnengekomen van huurders.

Baatbelasting

In 2016 zijn de laatste aanslagen voor de baatbelasting (aanleg riolering) opgelegd. Dit komt door het aflopen van de termijn van de kostenverrekening met de inwoner.

Afvalstoffenheffing

Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding, dit noemen we Afvalstoffenheffing. De Afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht) en bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden (Diftar). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden.

In 2016 zijn we, samen met onze partner Diftargemeenten Heerenveen en Opsterland, begonnen met het in kaart brengen van mogelijkheden om in 2020 aan de VANG-doelstellingen te kunnen voldoen. In het voorjaar van 2017 werken we dan een aantal scenario’s uit, die ingezet kunnen worden om bewustwording bij inwoners te vergroten en om een beter scheidingsgedrag te creëren. Afval is geen afval, maar een grondstof. Door goede scheiding bij de bron en nascheiding bij Omrin kan het ‘afval’ als grondstof worden gebruikt voor nieuwe producten.

Kwijtschelding

We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen c.a., aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten: onroerende zaakbelasting, baatbelasting, toeristen- en forensenbelasting zijn hierbij uitgesloten. Wij gaan uit van 100% van de bijstandsnorm. Aan het beleid is toegevoegd de mogelijkheid voor kwijtschelding aan ondernemers, rekening houden met de kosten voor kinderopvang en de doelgroep 65-plussers.